Golfballen zijn noodzakelijk om het golfspel tot een succes te maken. Immers het doel van golfen is om de golfbal van de Tee in zo min mogelijk slagen in de hol te krijgen. Wel zo handig om dan een golfbal te hebben.
Maar waarom ziet een golfbal er zo uit zoals deze er nu zo uit ziet? Met allemaal putjes. Hoe kan het toch dat als je met een driver slaat deze met meer dan 250 km per uur door de golfbal heengaat zonder dat hij kapot vliegt?
Als je het mij vraagt vind ik dat nogal uniek en getuigt het van een knap staaltje techniek. Hieronder zal ik je een kijkje in de keuken van de golfbal laten zien.
Ontstaan golfbal
Volgens de regels mag een golfbal niet meer dan 45,93 gram wegen en de diameter mag niet kleiner zijn dan 4,267 Centimeter. Als je dit zo leest is het best knap als je dat kleine balletje nog goed kan raken ook. Vroeger zag de golfbal er niet zo uit als nu.
De eerste ballen waren van hout. Hier speelde men van de 14 tot de 17 e eeuw mee. In die tijd werden ook andere ballen ontwikkeld namelijk van leer gevuld met ganzenveren of kippenveren.
Golf was niet voor niets alleen voor de elite weggelegd. Een leren golfbal kost omgerekend naar nu € 20,- euro per stuk. Een “ballenmaker” kon er slechts enkele per dag maken vandaar dat deze zo duur waren.Toch was dit balletje enorm populair en is dit voor meer dan 2 eeuwen lang de standaard geweest.
Ook een aantal eeuwen terug werd er gewoon doorontwikkeld. Al was het maar om de golfballen goedkoper te kunnen produceren. Halverwege de 18 eeuw werd er een golfbal ontwikkeld met een schil gemaakt van sap uit een boom. De sap voelde aan als een soort rubber. Wanneer je het heet maakte kon je het kneden en in de juiste vorm gieten. Namelijk rond. Dit sap was veel goedkoper dan het leer. Daarnaast speelde deze golfballen beter dan de leren golfballen
Ontstaan dimpels golfbal
De zogenaamde “Gutty” bal zoals hierboven beschreven werd immens populair en eigenlijk per ongeluk werden de dimpels ontdekt. Niet altijd kan het sap van de bomen perfect egaal opdrogen. Er ontstonden altijd wel kleine gaatjes of oneffenheden in de golfbal. Desalniettemin sloeg men daardoor juist niet slechter. Sterker nog hoe meer oneffenheden er op de golfbal zat hoe beter de balvlucht. Golfballen waar veel mee geslagen werd waren aerodynamischer dan de egale golfballen. Zodoende ontstond de dimpel. Vanaf dat moment werd in alle golfballen gesneden en gefiguurzaagd;) elk patroon wat je maar kon bedenken werd gebotvierd op de golfbal.
Rubbere kern
Pas eind 18 eeuw begin 19 eeuw werd er weer een “ontdekking” gedaan. 2 personen gingen golfen. 1 daarvan zat te wachten. Tijdens het wachten pakte hij wat rubber op en begon het te kneden totdat het een bal werd. Vervolgens stuiterde hij het op de grond en tot zijn verbazing ontdekte hij dat het 3 keer zo hoog terugkwam. Hij dacht als ik hier nu een schil omheen doe dan kan ik ermee slaan en spat het niet direct uit elkaar. Zo gezegd zo gedaan.
Bovenstaande per ongelukken ontdekkingen zijn tot op heden nog steeds de bouwmaterialen van de golfbal. Eerst de dimpel, vervolgens het rubber. En dit allemaal al een aal paar eeuwen terug.
Geef een reactie